De wegen van Christus

Extra pagina

 

Deze pagina's en de verschillende theologische richtingen van de kerkgeschiedenis.

1. Een poging, gedeeltelijk verdwenen spirituele diepten van het christendom weer aan 't licht te brengen, moet uit de aard der zaak eerst beginnen bij leer, leven en betekenis van Jezus Christus zelf, en de oorspronkelijke christenen; en weliswaar met inbegrip van de "apocalyptische" trekken, in plaats van slechts naar voren te halen, wat bij de één of andere theologie past. Daaruit blijkt, dat ook de verscheidenheid van de vroege christenen serieus moet worden genomen, - zoals die ook reeds door de evangelisten ******) zelf serieus genomen werd, om daardoor de bredere betekenis van de impulsen van Christus duidelijk te maken *)

2. De  oude kerken van de volgende eeuwen waren meestal beïnvloed door de autoriteit van de omvangrijke verhandelingen van de "kerkvaders". Ze hebben met behulp van o.a. de Griekse taal en geleerdheid de oerchristelijke overleveringen voor Europa duidelijker gemaakt. Ze wisten ook nog veel over de oudere geschriften, die tegenwoordig verdwenen zijn. Zoals in oude fasen, werd ook gedurende het verdere verloop van deze fase gestreden, wat nu paste bij het ware christendom en wat niet. Ook wat deel uitmaakte van die kennis, die later werd verdrongen, verdient een nieuw onderzoek, natuurlijk ook in vergelijk met de oorsprongen. Er waren overigens ook verder christenen – bijv. in Egypte, vgl. ook de vondsten in Naq Hammadi - die niet zo zeer het doorgeven van het heil door een kerk, maar eerder de individuele toegang tot God in gebed en meditatie enz. moeten hebben beoefend. In de "mystieke theologie" van de tegenwoordige orthodoxe kerken is het één en ander daarvan goed behouden gebleven.

3. De middeleeuwse scholastiek en canonieke rechtsleer leidde tot een theologische systematisering door abstracte, eigenlijk religiefilosofische te noemen afleidingen resp. conclusies; waarbij de kerkvaders verder als autoriteit golden, maar slechts in zover het met deze gedachtegangen overeenstemde. Ook al kwam in de scholastieke gedachten toen veel zinvol geestelijke voeding voor, de vaak eenzijdige absoluut stellende en daarom uitsluitende intellectuele logica – die van de eigenlijke religieuze dimensie te onderscheiden zou zijn, maakt aan het schrikken. Dit conserveerde in de vorm van de leer resp. dogma's het geloof, verleidde echter ook tot inquisitoire praktijken. Uit de creativiteit van een tegenwoordig spirituele zoeker of mysticus is te zien, dat op enkele plaatsen dezelfde intellectuele methode ook tot ander conclusies zou hebben kunnen leiden of voor een deel ook leidde; resp. dat werkelijk geestelijke groei een flexibelere en omvattender, niet op die wijze verhard bewustzijn veronderstelt. De strenge scholastieke methode is nog tegenwoordig een belangrijk uitgangspunt van systematische theologie, vooral bij de katholieken. Er is echter daar tegenwoordig nog wel het één en ander aan openingen voor andere resp. oecumenische aanzetten (bijv. Yves Congar). Het gaat ook niet om één of andere eenzijdige kritiek op één van de theologische richtingen. In een vroeger stadium van het werk aan de tegenwoordige hoofdtekst van "De wegen van Christus" werd ook onderzocht, welke systematische mogelijkheden voor de indeling van de betreffende stof er zijn. Er bleef maar één mogelijkheid over, namelijk de volgorde van de getoonde "stappen van Jezus" langs het evangelie zelf! Want juist daarin spiegelt een nogal archetypische volgorde van menselijke ontwikkelingsstadia en bewustzijnsgebieden, ook in verhouding met de wereld daarom heen. Dit is echter een nieuw, interdisciplinair begin.

4. Toen genoeg kerkelijke traditie over de oorsprongen gevonden was, volgde de inspanning van de kerkhervormers, die bijbelse oorsprongen weer sterker als grondbeginsel nemen. Dit deden ze echter maar zeer beperkt, omdat ze kinderen van hun tijd waren, en bijv. weinig van de spirituele en mystieke stromingen uit de geschiedenis van het christendom wisten.

Verder liet men ook tradities vallen, die in ieder geval in hun kern waardevol zijn, zoals de Mariaverering. Het bleef toen aan enkelingen zoals de theoloog J. V. Andreae voorbehouden, in romanachtige versluierde droombeelden op dieper gaande eventueel "christelijk-esotherisch" te noemen ervaringen in te gaan. Dat daaraan het christelijke niet zo makkelijk te herkennen was, ligt aan deze vorm, die vanwege veiligheidsredenen werd gekozen. Ook het protestantse deel was niet altijd zo tolerant, als wel lijkt. De Contrareformatie, geloofsoorlogen enz. deden de rest. Toch leken de verschillende theologische methoden toen nog op vele andere. Waar tegenwoordig nog zelfs binnen de protestantse kerken gescheiden belijdenisgemeenschappen zoals de lutherse en gereformeerde (calvinisten) en ook samengegane kerken bestaan, moet de dragers ervan duidelijk gemaakt worden, dat het weliswaar nog voor theologische vakdiscussies geschikt kan zijn, dat het echter met betrekking tot het eigen kerkvol allang is overleefd. **)

5. De daarna volgende tijd van de nieuwe filosofie, van de verlichting resp. het rationalisme met de natuurwetenschappen leidde er nu ook niet toe, dat de intellectueel bepaalde oude, systematische theologie een theologie van spirituele ervaring aan de kant zou zijn gezet. Maar in tegendeel oriënteerden zich nu ook steeds meer historisch-kritische theologen bewust of onbewust op het eveneens intellectuele, en bovendien eenzijdig materialistisch geworden begrip van de wetenschap uit de toenmalige tijd. Theologie werd voor een deel eerder tot een historische, literatuurwetenschappelijke en linguïstische onderzoeksrichting – wat niet automatisch verkeerd, maar nu eenmaal eenzijdig is.
Het rekening houden met de soort literatuur staat niets in de weg – alleen voor zover mogelijk passend in plaats van schematisch; zie bijv. onze pagina met betrekking tot het zogenaamde Evangelie volgens Filippus (Onze Duitse / Englische pagina's). De verklaringen van de geschriften met de omstandigheden van de toenmalige tijd te vergelijken is misschien eveneens nodig – alleen mag dan niet vanaf het begin een uit de huidige tijdgeest stammende devaluatie van de toenmalige verklaringen daarmee worden vergeleken. Ook de samenhang met de ontstane gemeente kan de betekenis duidelijk maken – dit hoeft echter niet tot een begrenzing van het uitzicht op een uiterlijk zuiver menselijke gebeurtenis te leiden, waarin God niet meer voorkomt, die toch het belangrijkste voor de mensen was. Dat een boodschap aan bepaalde mensen werd gegeven sluit helemaal geen universele betekenis uit. De betekenis van de overlevering voor ons tegenwoordig te zoeken, is belangrijk – de volledige betekenis zal echter pas duidelijk worden, wanneer wij de controle van het beloofde ook voor tegenwoordige mensen serieus nemen, of ze tenminste als proef serieus nemen.
(Daarentegen zagen zich contemporaine vertegenwoordigers van de oude systematische theologie weer als een soort kern van de eigenlijke theologie, waarom heen zich de nieuwere onderzoeksrichtingen zouden kunnen groeperen. Of ze echter werkelijk zo'n integrerende kern zouden kunnen zijn, is de vraag) Zeker was het voor een deel een rechtvaardige onderneming, die vele wetenschappelijke ontdekkingen met betrekking tot geloofsleren eraan toevoegde – in zover het niet tot nieuwe natuurwetenschappelijke dogma's leidt. Maar dan zou het slechts consequent zijn, dit ook tegenwoordig te doen. Dat gebeurde echter tot nu toe meestal niet. Dat zou betekenen, rekening te houden met het zich aftekenende nieuwe wereldbeeld resp. paradigma, dat zichtbaar wordt uit nieuwere, niet meer zo zeer materialistische wetenschappelijkere stromingen van de kwamtumfysica, uit de moderne biofysica, de geo- en astrofysica, en vooral de grenswetenschappen, zoals de parapsychologie enz. Het is zinloos, een huidige theologie op het wetenschappelijke wereldbeeld van de negentiende eeuw te laten steunen! ***)

Ook tegenover de tendensen van de verlichting waren er sinds de negentiende eeuw versterkt tegenbewegingen, bijv. opwekkingsbewegingen die leidden tot vele nieuwe evangelische vrije kerken. Deze zagen echter geen noodzaak, zich met het gebeuren in de natuurwetenschappen bezig te houden; maar vertegenwoordigen ook zonder dit een zonder verminderingen op de bijbel georiënteerd geloof. Meestal zouden ze daarvoor helemaal niet het begrip theologie gebruiken, maar het is nu eenmaal ook een eigen soort theologische uitleg van de bijbel. ( exegese, hermeneutiek).

6. Zo volgden in de twintigste eeuw veel pogingen, de theologie facetten afhandig te maken, waar ze tot zover niet voldoende rekening mee gehouden hadden, natuurlijk nog steeds zonder het erbij te betrekken van die mystieke-spirituele dimensie - die door Karl Rahner tenminste al als noodzakelijk erkend werd. Deze pogingen bij katholieken en protestanten hebben veelal iets voor de maatschappij opgebracht, doordat ze meer op de praktische zorgen van de mensen ingingen: bijv. Karl Barth, de politieke theologie en de bevrijdingstheologie(ën) van de derde wereld en ook de scheppingstheologie****), feministische theologie, ... . Bij enige richtingen zoals de "Ontmythologiseringstheologie" van Bultmann werd natuurlijk te zeer het kind met het badwater weggegooid, d.w.z. het geloof te zeer op een – zoals aangegeven, intussen weer verouderde – materieel wereldbegrip gereduceerd; hoewel op zijn minst goed wordt vastgehouden, dat het geloof geen wetenschappelijke objectivering nodig heeft. Drewermann probeerde dan een dieptepsychologische uitleg van de evangeliën. Dit zou eigenlijk een brug kunnen zijn, om weer uit de gevoelloze wereld van een materialistisch wereldbegrip te komen – wanneer het niet tegen de eigenlijke spirituele dimensie van de bijbel zou zijn uitgespeeld, die daarvan goed moet worden onderscheiden .
Problemen tussen fundamentalisme en relativisme domineren tot zover de discussie. 
Bovendien spelen buiten de theologische kringen in de laatste jaren nog die veronderstelde „Jezus-onthullingsverhalen" een rol die het totale beeld van de tegenwoordige discussie ook niet bepaald beter maken.

7. Van een "postmoderne" theologie uit de 21ste eeuw is dus tot zover weinig te merken. Een vernieuwing van de spirituele mogelijkheden van het christendom – bij zowel de oude geloofsdiepte als ook de verkregen sociale waakzaamheid - veronderstelt een meer omvattende verandering in het bewustzijn *****. spirituele precisie en een gedifferentieerd kijken naar de maatschappij en wereld worden hier gevraagd. ( in plaats van slechts de onderzoeksrichtingen tot nu toe van de theologie en geloofswetenschap te beheren en aan te vullen): een weg naar een "volledig" christendom in plaats van de huidige fragmentering. Hier begint "de wegen van Christus"

*) Deze erkende juist bijv. bewust niet alleen die "uitsprakenbron Q" die daarin door onderzoekers later werd ontsloten. (deze bevatte slechts uitspraken van Jezus voor het lijdensverhaal, met die ethiek t.o.v. vele maatschappelijke conventies. zoals ze vaak verbonden worden met de bergrede. Al het nu hieraan verwante en dus ook authentieke evangelie van Thomas, laat zien, dat al naar gelang van predikers of publiek ook verdere uitspraken van Jezus in omloop waren …..) De laatste stappen in het leven van Jezus – reeds begonnen met de opwekking van Lazarus enz. – konden toen het eerst slechts nog weinigen enthousiasmeren en daarom authentiek vertegenwoordigen. Toch werden ze voor de zoekenden toegankelijk gemaakt.

**) Sinds kort zijn er in Duitsland pogingen gaande deze situatie op te lossen. Zie aanvullend het artikel "evangelische kerk: De sauriër beweegt zich", in nr. 9, 2002 van "Publiek Forum", Postfach 2010, 61410 Oberursel. Voor de verschillende kerken zie voor het overige in deel 3 ons hoofdstuk "de 7 gemeenten (van de Openbaring) en de huidige kerken".

***) Zie o.a. in deel 3 ons hoofdstuk "natuurwetenschappen en geloof in God". Update English/ Deutsch. Ter ontwikkeling van het christendom zie Prof. Hans Küng, Het christendom. Kern en geschiedenis, speciale uitgave 2007. Hij streeft een geïntegreerd onderzoek na, dat ondanks archeologie en kritisch theologisch onderzoek de oude geschriften als inhoudelijke bronnen serieus neemt. Wij accepteren niet alle weergegeven consequenties uit historisch-kritisch onderzoek. Bijv.gebeurtenissen rond om Jezus blijken vaak subjectieve belevenissen te zijn.; Küng staat echter open voor een onafhankelijke nog niet onderzochte realiteit van zulke belevenissen. Overigens kan zijn op zich interessante methode, het onderzoeken van ontwikkelingsfasen van het christendom (paradigma’s), de betekenis van richtingen niet voldoende rechtvaardigen, die voor wat betreft de omvang tot zover nooit doorslaggevend zijn geworden – zoals de mystiek -; deze hebben zaken aan het licht gebracht, die voor het benutten van het volle potentieel van het christendom zeer belangrijk zijn. Hier dient nog te worden opgemerkt, dat zeker mensen met een innerlijke spirituele "opdracht" resp. mystici vaak met een zuiver historisch-kritische analyse niet juist kunnen worden begrepen, omdat ze een onafhankelijke innerlijke spirituele biografie hebben, maar vooral ook een zelfstandige innerlijke biografie. Het helpt meer ze als proef serieus te nemen, in plaats van ze te weerleggen.

 ****) Zie bijv.: "Ecologische theologie", Kreuz-Verlag.

*****) Ook de aanduiding van een door de Heilige Geest gegeven "nieuw eeuwig evangelie" in Openbaring van Johannes 14,6 veronderstelt een sterker bewustzijn, dan het verstand mogelijk maakt.

******) Supplement: Jezus en theologieën.

Er zijn verschillende theologische zienswijzen in het Nieuwe Testament. Maar de schrijvers moeten ze bewust hebben gecombineerd. Ze vonden uit, dat Jezus vele kanten heeft. Er zijn meer theologische gezichtspunten nodig, om Hem te begrijpen.

Hij leerde enerzijds het sociale gevoel van de liberalen of binnen de bevrijdingstheorie –en bij leerde de strikt individualistische richtlijnen van behoorlijk conservatieve theologen (echter niet formalistisch en niet op de staatsmacht georiënteerd.)

Hij had zowel de spirituele houding van christelijke mystici of esoterische christenen (verg. de mythische theologie van oostelijk orthodoxe kerken) – en ook de instelling, dat de discipelen hun leven in deze fysische wereld de baas moeten worden (het laatste is het hoofdthema van de meeste tegenwoordige theologen en zielszorgers, vooral van de evangelische)

Jezus toonde een "bovennatuurlijke" betrekking tot God, (van de doop tot aan het kruis en de opstanding; zoals het bijv. in de terugblik van Johannes resp. zijn leerlingen in het Johannes-evangelie tot uitdrukking komt); het kan niet met behulp van de het intellectuele bewustzijn van theologen zoals Bultmann worden verklaard. Niettemin moest Jezus door menselijke levensperioden gaan, zoals ze ook voor natuurwetenschappers toegankelijk zijn.

Verscheidene voorvallen kunnen door de dieptepsychologie van tegenwoordig worden begrepen; verscheidene daarentegen zijn spiritueel in een betekenis die boven de dieptepsychologische mogelijkheden tot inzichten uitgaat.

Vele gezichtspunten zijn bijna verloren, sinds grote delen van de vroege christenheid als "ketter" enz werden achtervolgd ( op één hoop gegooid met werkelijk religieuze misbruiken) Ze waren alle eenzijdig, maar niet meer dan één of andere bestaande kerk op haar manier.

Deze eenzijdigheid is niet automatisch negatief. De constructieve delen van al deze richtingen zouden in zover in orde zijn – indien ze niet zouden denken, dat ze de enigen zouden zijn, die gelijk hebben en dat de anderen compleet ongelijk zouden hebben.

De afzonderlijke evangeliën en theologie.

De evangeliën – en bijv. het deel van het Marcus-evangelie, dat "bron Q" genoemd wordt - representeren verschillende gezichtshoeken. Daarom zijn ze voor mensen met een verschillende achtergrond geschreven. Marcus was bijv. belangrijk voor het analytische verstand van de Romeinen en voor vertalingen in de Romaanse talen (maar prof. Morton Smith noemt een "geheim deel" van dit evangelie, dat van documenten van Petrus zou zijn, en dat slechts voor ervaren mensen werd gebruikt; met de opwekking van Lazarus enz.) De Oostenrijkse mysticus Jakob Lorber schreef, Marcus zou als jongen een gewaardeerde bode zijn tussen de discipelen. Zo zou hij precies hebben geweten, wat er gebeurde. Hij vertoont trekken van een theoloog, waarvan de vraag luidt: wie is Jezus? Het oorspronkelijke Aramese -evangelie, dat verloren resp. nog niet ontdekt is, moet aan de Joden gericht geweest zijn; dat, zoals ook het tegenwoordige "Matteüs-evangelie" is tenslotte aan allen gericht, die uitvoerige beschrijvingen van het volle leven over de feiten van Jezus nodig hebben.  
Evenzo Lucas, maar met gevoelsmatige diepte. 
Het Johannes-evangelie was voor spirituele christenen (bijv. met Griekse mysteriebiografie) geschreven, waarbij het specifieke christelijke in hun taal geaccentueerd wordt. Johannes begrijpt het leven van Jezus zeer goed vanuit het Paasgebeuren; Matteüs begint duidelijker met het leven. Beide gezichtshoeken zijn correct; maar het kruis en de opstanding hebben de meeste consequenties voor de tijd erna.

Het apocriefe "Philippus-evangelie" is geen evangelie, maar een vroeg-christelijke bijdrage of commentaar voor de discussie met mensen uit verschillende andere religieuze richtingen – met een eigen positie hiertussen. (het is geen gnostisch geschrift, zoals velen zouden kunnen aannemen). Het apocriefe "Thomasevangelie" is geen evangelie maar een waarschijnlijk grotendeels authentieke verzameling van uitspraken van Jezus; met inbegrip van enige uitspraken, die in deze vorm gewijd waren aan spiritueel geïnteresseerde mensen.

Vertegenwoordigers van verschillende volkeren konden het ene of andere aspect beter accentueren.

Onderzoeksmethoden.

Evenzo zijn de verschillende onderzoeksmethoden allen binnen hun betreffende grenzen nuttig, wanneer ze samen worden toegepast (interdisciplinair). Wanneer iemand tenminste probeert, theologie in praktisch alleen maar één wetenschappelijke tak op te bouwen (zoals taalwetenschap of archeologie), wordt het resultaat gedeeltelijk verkeerd. Het is bovendien nodig, meditatieve methoden erbij te betrekken, wat nergens gebeurt.
Bovendien is er de door de christelijke theologie meer of minder onafhankelijke algemene religiewetenschap, evenals de theologie, die beide gedeeltelijk in een concurrerende verhouding tot de theologie staan, voor zover ze gericht zijn op religieuze vraagstukken, die zonder eigen religieus verband van de onderzoeker moeilijk toegankelik zijn. Voor zover iemand echter een zoektocht naar God daarmee verbindt, kan dat misschien ook een vruchtbare aanvulling zijn. Een grotere compatibiliteit van deze vakken zou in de loop van de tijd zichtbaar kunnen worden, wanneer religiositeit als bij het menselijke wezen horende basiseigenschap erkend werd (zie "religie").

Opmerkingen m.b.t. de kwestie van de "Drie-eenheid " Gods.

Bij kerkelijke voorstellingen over een drievuldigheid resp. Drie-eenheid Gods (Triniteit) zou moeten worden onderscheiden of degene die daarover iets onderricht, daaraan een beleven verbindt, dat hij op de één of andere manier zou kunnen overdragen, en of het zich om een rein intellectuele leer (doctrine) over drie goddelijke personen gaat. "De Wegen van Christus" beschrijft o.a. God, Jezus en de Heilige Geest in hun karakter en hun beleefbare betrekkingen, in plaats over begrippen zoals de Drie-eenheid te strijden.

 

Terug naar de Inleiding

Terug naar de startpagina
http://www.ways-of-christ.com/nl

De wegen van Jezus Christus, zijn bijdragen tot het menselijke bewustzijn en tot de veranderingen van de mensheid en aarde: een onafhankelijke info-pagina, met nieuwe gezichtspunten uit vele onderzoeks- en ervaringsgebieden; met praktische aanwijzingen voor de persoonlijke ontwikkeling.