De Wegen van Christus

Extra pagina

 

Inspiraties en de kerken.

Het Nieuwe Testament beschrijft de directe inspiratie van de afzonderlijke gelovigen, zoals ook verdere gaven van de Heilige GeestGaben des Heiligen Geistes als iets belangrijks, dat in het algemeen voor christenen erbij hoort. (vgl. bijv. 1.Kor 14,26; Mc.16,17). Blijkbaar werden de wegen daarheen bemoeilijkt.

Weliswaar erkend naast de pinksterkerken bijv. bezit de katholieke kerk deze mogelijkheid van onmiskenbare boodschappen. Deze onderscheidt echter tussen een "algemene openbaring" voor allen door de bijbel, de traditie en een kerkelijke leerfunctie aan de ene kant – en mystieke "privé-openbaringen" aan de andere kant. De laatste worden, in zover ze de zinvolle zaken voor het leven van de betreffende of hun onmiddellijke omgeving bevatten, soms als openbaring van de Heilige Geest beschouwd, maar niet als verplichtend gezien, en ook niet bijzonder gevraagd. Vooral dan kwam vaak pas eens een kritische reactie uit deze kerk, wanneer profetische*) boodschappen meegedeeld werden, die wat de inhoud betreft boven het persoonlijke uit zich op de kerk of de mensheid richtten; bijv. in Maria- en Christusboodschappen. Sinds paus Paulus VI wordt het drukken van zulke geschriften door aan de kerk verbonden uitgevers officieel niet geblokkeerd. Vroeger werden echter zulke getuigenissen voor een deel achter gehouden bijv. tientallen jaren lang de derde boodschap van Fatima. De kerk behoudt in zulke gevallen een later definitief oordeel. Allen, zelfs de geloofscongregatie zijn verplicht, bij een eventuele nadere controle het recht op horen resp. faire behandeling in Can. 844 §3 in acht te nemen.. Can. 220 verbiedt verder onrechtmatige beschadiging van de reputatie van wie dan ook (zoals die door voorbarige openbare veroordelingen zou kunnen ontstaan) In vele andere kerken speelt deze hele zaak geen grote rol, resp. ze hebben geen bijzondere omgangspraktijk daarvoor ontwikkeld. Aan de andere kant zijn er veel van dergelijke verschijningen ook buiten de kerken. In zijn geheel ontstaat de indruk, dat God daarin geïnteresseerd is, dat ook op deze weg mensen altijd opnieuw aangespoord, ja regelrecht op de hoogte gebracht, en ook gewaarschuwd worden. Dat is toch een levenslang, moeilijk leerproces; en het verspreiden van zulke berichten veronderstelt eigenlijk een bijzondere roeping, en ook een bijzondere verbondenheid met God èn een passende voorbereiding.

De eerste apostelen mensen, die door de hun gegeven gaven voor Jezus Christus konden staan - leerden volgens 1.Kor 14,26 directe openbaringen en de uitleg ervan ook als bestanddeel van de samenkomsten. 1.Kor.12,4-7: "Wat nu de geest in elke individu in ons teweegbrengt, is voor het nut van allen bestemd ". Volgens 1.Kor. 12,28  kan de rol van "profeten" *) voor apostelen ondergeschikt worden gezien, en in de derde rij kwamen de leraren. In 1. Kor.14 worden glossolalieën voor de eigen opbouw van profetische woorden voor de opbouw van de gemeente onderscheiden.; mensen met profetische gaven werden uitgesproken gewaardeerd, vooral omdat de andere discipelen dit niet automatisch konden. (bijv. Matth.10,41). 

Onderscheidingskenmerken:
- Het gaat hier niet zo zeer om de vraag, of er eigenlijk wel inspiraties zijn, die niet het gevolg zijn van autosuggestie resp. massasuggestie, schizofrenie of andere psychische verschijnselen.** Wie zonder vooroordelen zulke fenomenen in het christendom bestudeert, merkt al gauw, dat zulke beperkende zuiver psychologische pogingen om tot een verklaring te komen in de meeste gevallen niet voldoende zijn. Na dit inzicht komen eigenlijk pas de interessante vragen.

Het is zinvol inzicht te zoeken, die uit de geest van de waarheid komt en wat niet, vgl. 1.Joh.4,1. Dit moet echter met de nodige voorzichtigheid en aandacht gebeuren. Alleen vanuit de bijbel gezien zou het niet automatisch zo zijn, dat priesters altijd door theoretische theologische beoordelingen over deze openbaringen van de geest zouden kunnen oordelen. De minsten kunnen direct waarnemen, uit welke geest een boodschap komt; daarom moeten overeenkomstig Matth. 7,15-20 profetische gaven vooral naar hun "vruchten" worden beoordeeld. D.w.z. waar ze naar Christus leiden- bijv. naar zog. "bekeringsbelevenissen" met een volgende positieve verandering in het leven; of ook tot psychische resp. lichamelijke genezing o.a. zou het uiterst twijfelachtig zijn, ze als onecht of zelf "van de duivel komend" te beschouwen, want ze gebeuren meestal door genade - Joh. 15,5: "zonder mij kunnen jullie niets doen". Ook wanneer daardoor bijv. grotere liefde tot Christus en de medemens ontstaat, is dit een positief teken. Vgl. ook de waarschuwing voor de beoordelingen in Matth.7,1; Matth.12,24-30 en de Handelingen der Apostelen 5,38-39. Ook moraaltheologisch en volgens wereldlijke rechtbeginselen zou het verkeerd zijn, in twijfel oordelend te handelen.

– Een ander onderscheidingskenmerk kan de bescheidenheid van het optreden van zulke mensen zijn; want alleen waar de mens "zachtjes" doet, kan hij Gods Geest horen. Theologiekennis is hier helemaal niet een kenmerk; vaak werden juist eenvoudige mensen gekozen ("lekencharisma's"). Opgeleiden kunnen dit slechts, wanneer ze niet verwaand resp. vastgelopen zijn, en zo toch bij die "geestelijk armen" volgens Matth. 5,3 horen. (bijv. de Sadduceeërs – rationalisten en materialisten – en farizeeërs – in zoverre ze in meerderheid in religieus verstandswetenschap waren verstard – behoorden beiden niet tot die "armen van geest").

- "Dat jullie je leven waardig, zoals mensen leven en jullie dagelijkse plichten vervullen, maar ook God de almachtige Vader de hem toekomende plaats in jullie leven geven" (uit de mariaboodschappen aan de zienerinnen van Garabandal en elders).

- Een liefdevolle houding in de zin van de ethiek van Jezus – zie bijv.Matth. 7,12 – is ook zo’n kenmerk. De mens krijgt via zijn met Christus verbonden zelf meer contact met de geest – die boven het verstand staat. Dat kan des te duidelijker gebeuren, hoe meer hij in harmonie met goddelijke eigenschappen zoals de liefde komt. Ethiek betekent hier natuurlijk niet automatisch het zich voegen naar gangbare traditionele voorstellingen die te maken hebben met vrome personen, bijv. met betrekking tot kleding, kerkgang enz.

- Bijv. waar iemand zich agressief op inspiraties van Christus beroepend, algemene lasterlijke oordelen die hij over medechristenen heeft gelezen, zou verspreiden, daarmee onvrede stichtend, zou het dus zeer waarschijnlijk zijn, dat het noch om een rechtvaardige activiteit noch om een echte boodschap van Christus betreffende de Heilige Geest gaat.

- Aanvullend speelt de vrijheid van uiterlijke geestelijke onderdrukking als kenmerk een rol. De Heilige Geest is vrij van menselijk indelen, en hij heeft om te groeien vrijheid nodig. De mens heeft zijn eigen geweten, dat niet identiek is aan iets uiterlijks dat hij van buiten tot zich heeft genomen. Handelingen der Apostelen 5,29: "Wij moeten God meer gehoorzamen dan de mens". Daarmee wordt hier echter niet bestreden, dat geestelijke begeleiding zin heeft. Het moet niet bij elke generatie opnieuw van voren beginnen.

- Criteria zoals de "bovennatuurlijkheid" werden weliswaar vaak onderzocht bijv. begeleidende verschijningen in enige gevallen van de zogenaamde "extase"(geen knippereffect, frequentie van hartslag verandert, pols wordt langzamer, bloeddruk hoger – en geen aanwijzing m.b.t. manipulaties of drugs); of dat de persoon het medegedeelde niet kon weten enz. Dat is echter niet beslissend, omdat de Geest zich ook van de "natuurlijke " eigenschappen van de mens kan bedienen.

Er zijn vele vormen, waardoor een boodschap uit de Geest zich kan uiten. Bijv. het "Innerlijke woord uit het hart" bij volle bewustzijn – dus niet te verwisselen met schizofrene** of hypnotische verschijningen. Na enige oefening wordt het ook duidelijk, dat het een ander karakter dan telepathische verschijningen heeft. (vergelijking "Het innerlijke woord", selectie uit Johannes Tennhardt, e.a., Lorber-Verlag). Zelden komt ook een toestand die op trance lijkt in aanmerking, waar de mens verregaand op de achtergrond treedt, maar ook dan zou aan de omstandigheden (bijv de soort van toestemming enz. verbondenheid met God) te onderscheiden zijn , dat het niet om een normale trance d.w.z. een zuivere bewustzijnsvereniging gaat – waarbij ook zeer problematische inspiraties in de zin van het spiritisme zouden kunnen komen, die een verzwakkende invloed uitoefenen op de deelnemers. Verder komt het voor, dat iemand iets innerlijk als visioen, licht of idee beleeft en dit dan in woorden kan omzetten en kan opschrijven. Ook direct schrijven komt voor, echter bij bewustzijn, dus te onderscheiden van automatisch schrijven van het spiritisme, dat in trance gebeurt.
Dat de "Heilige Geest" in een boodschap invloed kan hebben gehad, geldt niet alleen bij directe rede uit geestelijke bron (:"..."). Maar ook een gedachte, een gesprek tussen mensen of een opstel of boek kan geheel of gedeeltelijk uit deze inspiratiebron komen, omdat die de menselijke creativiteit zo kan stimuleren, zoals ze dat wil. Naar de Heilige Geest algemeen vgl. Joh.3,8; Joh.14,26 en de hoofdtekst van "De wegen van Christus", deel 1, o.a. hoofdstuk "de eerste pinkstergebeurtenis".
M.b.t. profetieën in engere zin van toekomstvisioenen zie het betreffende hoofdstuk in de hoofdtekst van Christuswege.net, deel 2, bijv. het hoofdstuk "omgang met profetieën"

*) Profetie – uit het Grieks – betekent vooral aanwijzingen uit het bovenzinnelijke gebied, in de christelijke betekenis van God, resp. de Heilige Geest. Inspiraties, die eerder de "toekomst voorspellen" die vaker daaronder worden verstaan, zijn dus slechts een bijzonder geval. Hier moeten we nog op enkele oudtestamentische plaatsen n.a.v. het karakter van de profetie wijzen – met het voorbehoud, dat de veronderstellingen daarvoor sindsdien zijn veranderd (de soort profetie was tot de tijd van Jezus praktisch ingeslapen, en werd opnieuw geactiveerd): Joel 3,1-2; Amos 3,7-8.

**) In veel gevallen kunnen echter ook mensen met echte inspiratieve kwaliteiten tijdelijk in een toestand raken, die lijkt op bekende psychische storingen – bijv. met een gedwongen voortgezette stroom van innerlijke dialogen, en een aanhoudend onvermogen, om met aardse noodzakelijke dingen om te gaan. Om zulke excessen zo veel mogelijk te vermijden, zou behalve de hierboven genoemde gezichtspunten op volgende randvoorwaarden gelet kunnen worden: voldoende slaap, voldoende vitamine B in de voeding, d.w.z voorzichtig zijn met vasten enz. in dit opzicht, wanneer daarmee niet genoeg ervaring is opgedaan; duidelijk gericht blijven op de gewenste bron, d.w.z. op Christus; geen al te lange zittingen, waardoor men gaat afdwalen en waardoor men zou kunnen "forceren"; voldoende inspanningen, behalve de intensieve innerlijke belevenissen ook weer in het aardse heden aan te komen; zelfbewuste verwerking van wat gehoord is; zichzelf bewuste verwerking van het gehoorde. Helpers, geestelijke begeleiders, therapeuten en dergelijke kunnen in zulke gevallen pas van dienst zijn, wanneer ze specifieke ervaringen / kennis hebben, waartoe niet alleen de huidige gestoorde toestand, maar ook het serieus nemen van het ongestoorde basisfenomeen hoort.

 

Terug naar de startpagina
http://www.ways-of-christ.com/nl

De wegen van Jezus Christus, zijn bijdragen tot het menselijke bewustzijn en tot de veranderingen van de mensheid en aarde: een onafhankelijke info-pagina, met nieuwe gezichtspunten uit vele onderzoeks- en ervaringsgebieden; met praktische aanwijzingen voor de persoonlijke ontwikkeling.